Skip to content

Freddie to the rescue

Het is ons lot. Heb je eenmaal voor een creatief vak gekozen, dan ben je gewoon de klos. Of je nu op het podium staat, prachtige ontwerpen maakt, teksten schrijft… er wordt van je verwacht dat je op vaste momenten, vrijwel dagelijks, übercreatief bent. Oké, ben je zelfstandige en vind je het geen probleem om middenin de nacht je bed uit te springen bij een eureka-moment, dan zul je er minder last van hebben. Maar de meeste creatieven die in opdracht werken, moeten of om 20 uur ’s avonds op hun best het podium opstappen (voor het gemak, en voor mijn eigen gemoedsrust, negeer ik corona even), of rond 9 uur ’s ochtends hun laptop aanzetten om te gaan knallen.

Op zoek naar champagnebubbeltjes

Natuurlijk is het dan zoeken! Geloof me, de dagen dat ik mijn bed uitstap en de briljante ideeën direct als champagnebubbeltjes in mijn hoofd omhoog borrelen, zijn ook bij mij schaars. Maar hoe wit dat scherm in eerste instantie ook is, ik weiger mezelf over te geven aan een writer’s block. Jaren geleden heb ik besloten dat zo’n writer’s block sowieso niet bestaat. Nee, daar heb ik geen ijzersterke onderbouwing voor, ik kan je alleen wel vertellen dat het het leven van een schrijver een stuk makkelijker maakt, als je deze term volledig negeert.

Nukkige diesel

En dus ga ik gewoon schrijven. Klinkt lekker makkelijk hè. Dat is het echt niet altijd hoor, maar door de jaren heen heb ik zo mijn trucjes om op gang te komen verzameld. Om terug te vallen op mijn vorige blog: ik weet inmiddels hoe ik die nukkige diesel aan de praat moet krijgen.

Met dank aan de muziekleraar van weleer

Wat bij mij altijd werkt is muziek. Lang geleden, tijdens de muziekles op de havo, deelde de leraar onaangekondigd blaadjes uit voor een overhoring. De hele klas in opstand, uiteraard. De opdracht: luisteren naar een klassiek muziekstuk en ondertussen opschrijven wat er in je opkwam. In eerste instantie had ik de neiging om net als het gros van de klas op te schrijven dat ik het verschrikkelijk vond. Ik luisterde liever naar bands met jankende gitaren en luidruchtige zangers. Maar ik hield toen al van schrijven en dus liet ik het gebeuren. Ik heb aan geen enkele muziekles uit die tijd levendige herinneringen, maar dit weet ik nog precies. Ik verdween, belandde in gedachten op een feest, er zette een storm op… Kortom, er ontstond vanuit het niets een heel verhaal.

Aan-knop gevonden

Blijkbaar zette die muziek mijn creativiteit aan! Nu zou het wat vervreemdend uitpakken als ik deze methode ook zou toepassen op de opdrachten die ik dagelijks schrijf.  Ik ben bang dat mijn klanten dan net níet het verhaal krijgen dat ze van me verwachten. Maar muziek gebruik ik wel als bron van inspiratie. Kom ik niet op gang, dan zet ik Don’t Stop me Now van Queen op. Goed hard. Freddie to the rescue! Moet ik een beetje vaart maken, dan weet Thunderstruck van ACDC me op snelheid te brengen. En wil ik geconcentreerd eindredactie doen, kies ik jaren 80-meezingers.

Lang leve de onzin

Merk je nou zelf dat je af en toe naar een wit scherm zit te staren, laat dan een nummer door de luidsprekers schallen dat jou ‘aan’ zet. Overigens kan het ook heel goed helpen om stomweg te gaan tikken. Dan schrijf je in het begin misschien een hoop onzin op; nou en? Niemand die daar last van heeft. En je zult merken dat je na een half A4-tje toch iets hebt gevonden dat wel hout snijdt. Kun je daar mooi mee verder gaan. Creatief op commando. Iedereen kan het!